[04-04-2013]

Besparingspotentie in beeld met OV-mobiliteitscan Wmo

De financiële beheersbaarheid van het Wmo-vervoer staat flink onder druk. Enerzijds is er de wens en noodzaak voor gemeenten om te bezuinigen, maar anderzijds hebben zij te maken met een toenemend beroep op de Wmo- en regiotaxivoorziening als gevolg van een steeds meer vergrijzende bevolking.

De ervaring leert dat een vervoerindicatie snel leidt of heeft geleid tot het verstrekken van een Wmo-vervoerspas. Dit Wmo-vervoer is een dure vervoervoorziening, maar bij ontbreken van een alternatief per openbaar vervoer wel de best passende. De beschikbaarheid van openbaar vervoer (OV) is echter niet of nauwelijks in beeld gedurende het indicatieproces en tijdens het gebruik van de Wmo-pas. Er wordt nog te weinig gekeken naar wat cliënten wél kunnen. Bovendien tonen diverse projecten en onderzoeken aan dat ongeveer 30% van de Wmo-doelgroep weleens gebruik maakt van het gewone OV, mede door de toegenomen toegankelijkheid van het openbaar vervoer.

Dáár ligt de uitdaging voor gemeenten om meer differentiatie door te voeren in het indicatiebeleid, rekening houdend met de voorliggende voorziening OV en de mogelijkheden die cliënten wel hebben. Dat zou kunnen leiden tot bijvoorbeeld een Wmo-pas die enkel gebruikt kan worden als het OV niet beschikbaar is, een Wmo-pas met een budget op maat of een Wmo-pas met puntbestemmingen. Het effect is toegenomen zelfstandigheid van de cliënt en lagere vervoerkosten voor de gemeente.


Voordat het zinvol is om dergelijke beleidsopties te verkennen is het van grote waarde om de OV-potentie te kennen van de Wmo-doelgroep, waarbij relevante vragen als volgt luiden:

  • Hoeveel ritten maken uw Wmo'ers die mogelijk ook met het OV zouden kunnen?
  • Welke besparingspotentie biedt een eventueel meer gedifferentieerd beleid dat meer rekening houdt met de beschikbaarheid van het OV?

Onze OV-mobiliteitscan Wmo biedt het antwoord op die vragen. Wij confronteren de werkelijk gemaakte verplaatsingen van uw Wmo-pashouders met data van OV-reisinformatie. Vooraf bepalen we hiervoor de relevante toetsingscriteria zoals de loopafstand, het aantal overstappen en de reistijdverhouding van het OV versus de regiotaxi. De OV-mobiliteitscan geeft vervolgens voor elke criteriaset aan welk percentage van de ritten een OV-alternatief heeft. Zo heeft u snel inzicht in de besparingspotentie door substitutie van Wmo naar OV.


Ook interessant voor OV-autoriteiten

De mobiliteitsscan is ook goed toepasbaar voor een analyse van ritten door vrije reizigers in de regiotaxi. Voor OV-autoriteiten wordt inzichtelijk in welke mate er sprake is van parallelliteit tussen het lijngebonden OV en de regiotaxi en hiermee dus de toegevoegde waarde van het product Regiotaxi.

Neem voor meer informatie contact op met Harald Faber via (073) 523 10 60.



 
Forseti | Hoff van Hollantlaan 6 | 5243 SR Rosmalen | t (073) 523 10 60 | info@forseti.nl | www.forseti.nl